Wij maken gebruik van cookies om de diensten en functies op onze website aan te kunnen bieden en om de gebruikerservaring te kunnen verbeteren. Begrepen Privacy Statement

Meer over...

Prijs: € 18.50 inclusief btw
Verzendkosten: € 5.35 binnen Nederland
Levertijd: 3 werkdag(en)
Bestellen...

Bouschra is de naam

door dr. R.G.H. Boiten, Frieda S.J. Stegeman-van der Woerd [Educatie, Geschiedenis]

Een uitgebreid interview met de auteur en zijn vrouw staat in het tijdschrift Kerk en Israël Onderweg, in de editie van juni 2011.

Naar aanleiding van de verschijning van dit boek hield drs. Paul Boersma, als onderwijskundige en pedagoog voor het christelijk onderwijs verbonden aan de Nederlandse Besturenraad, een boeiende voordracht op woensdag 6 oktober 2010 in het Pintohuis te Amsterdam.

Over Bouschrã is de naam:
Meer dan 25 jaar fungeerde in Amsterdam een speciale basisschool die vrijwel uitsluitend werd bevolkt door kinderen afkomstig uit de Noord-Afrikaanse Maghreblanden; kinderen van degenen die wij destijds als 'gastarbeiders' plachten aan te duiden.

De Arabische school van Amsterdam, later omgedoopt tot Bouschrã school, werd in 1971 in het leven geroepen. De school was gericht op de ontmoeting van vertegenwoordigers uit drie culturen: Joden, Christenen en Moslims. Het schoolprogramma beoogde de keuzemogelijkheid open te houden naar integratie van deze kinderen in de Nederlandse samenleving (met behoud van eigen identiteit) of naar terugkeer van deze kinderen naar hun moederland.

Het initiatief tot de oprichting van deze school was ontstaan in de kring van een pluriforme, internationale en interconfessionele gemeenschap Oudezijds 100, gevestigd in de Amsterdamse binnenstad. De auteurs waren ieder op hun eigen manier intensief betrokken bij de fascinerende geschiedenis van dit unieke Amsterdamse onderwijsgebeuren, feitelijk de eerste integratieschool in Nederland.

ISBN: 9789051797121
 
Formaat: 140x210 millimeter (b x h)
Omvang: 116 pagina's
Verschenen: 2 juni 2010


Bestellen...

Wat vonden anderen ervan?

SBM - Besturenraad (nummer 8), Paul Boersma, juni 2010
"In het gangpad van de internationale trein naar Parijs is het begonnen." Zo begint ds. Boiten zijn boek over de Bouschraschool. Boiten is oprichter van Oudezijds100, een plek op de Wallen van waaruit hij als dominee samen met zijn vrouw zijn maatschappelijk werk startte in Amsterdam. Het moet dan ergens in de tweede helft van de jaren vijftig zijn. Oudezijds 100 werd en is nog steeds een begrip in Amsterdam. Maar daarover schrijft Boiten weinig. Hem gaat het in het boek over de geschiedenis van een heel bijzondere school, die als particulier initiatief van de Boitens als École Arabe d'Amsterdam begon in 1971 met een tiental leerlingen. De school, zo klein begonnen, groeide uit tot een school met ruim driehonderd leerlingen. Aanvankelijk een school waar lesgegeven werd in het Frans en het Arabisch, omdat men ervan uitging dat de ouders, afkomstig uit Noord-Afrikaanse Maghreblanden naar Marokko zouden terugkeren. Toen duidelijk werd dat zij als immigranten in Nederlandzouden blijven, werd het een bijzondere Nederlandse school.De school heeft vijfentwintig jaar bestaan. Boiten beschrijft,beschouwend en informatief, een intrigerende geschiedenis van de school, die eindigt toen de school moest verhuizen naar Amsterdam-West en de gemeente niet meer wilde meewerken aan een school voor Marokkaanse kinderen. De Amsterdamse politiek geloofde toen en nu in wat Boiten een illusie noemt: namelijk dat alle kinderen gelijk zijn en over dezelfde gaven beschikken. En dat een school voor alleen Marokkaanse kinderen - ook als die goed scoort - een getto zou vormen. Boiten gelooft er niets van. Het maakt zijn terugblik bijzonder lezenswaardig en actueel. Want Boiten geeft op een rustige toon aan dat er in onze tijd steeds minder oog is voor de identiteitsontwikkeling van bevolkingsgroepen en dat integratie steeds meer trekken krijgt van gedwongen assimilatie. Boiten vreest dat juist dat tot vervreemding leidt. De lezer wordt regelmatig verrast op anekdotische voorvallen. Zo bleek een boeket van zeven rozen niet als een welkom te worden ervaren maar als een 'laatste waarschuwing'. Verrassend is ook een uitwisselingsproject met Friese basisschoolleerlingen, mede dankzij de familie Halbertsma uit Friesland. De Bouschraschool ging van meet af aan uit van een christelijke organisatie. Het was dus geen moslimschool. De school was eerder gericht op ontmoeting. Zo bestonden er goede contacten met de joodse Cheiderschool. De school zelf kende christelijke, islamitische en joodse medewerkers. De Bouschraschool - Bouschra betekent goed nieuws - is zeker voortgekomen uit een vorm van idealisme. Maar Boiten is geen naïeve romanticus, al zullen anderen hem daarvoor verslijten. Opent hij het boek met een heldere uiteenzetting over identiteit, integratie en assimilatie, hij besluit met een grondige beschouwing over de vooral ethische en culturele vragen en problemen die in de ontmoeting met de Arabische medemens in ons land oprijzen. Maar die overwin je niet door de ander niet juist in zijn anders-zijn te erkennen, is zijn boodschap. De manier waarop Boiten over deze zaken schrijft, vind ik belangwekkend, nog steeds. Lezenswaard is ook het gedeelte waarin de maatschappelijk werkster van de school, Fried Stegeman een aantal impressies van de ontmoetingen met de Marokkaanse gemeenschap beschrijft.

'Zonder islamtische scholen geen mindere moslim', Schoolbestuur (nummer 5), Nico Dullemans, september 2010
In het artikel 'Zonder islamitische scholen geen mindere moslim' wordt gerefereerd naar de Bouschraschool. Klik hier voor het volledige artikel.

Kerk en Israël Onderweg, juni 2011
'Zonder wortels groeit er niets' door: Greetje van der Harst

Ds. Boiten en zijn vrouw zijn beiden predikant en hebben zich hun hele leven ingezet voor de opvang en ondersteuning van minderheden. Greetje van der Harst zocht hen op.

Ze vervulden hun leer-vicariaat in een communistische arbeidersvoorstad van Parijs. Na deze Franse periode vestigden zij zich in de oude binnenstad van Amsterdam, op zoek naar een vorm van modern apostolaat. Toen de Frans-Algerijnse oorlog uitbrak, hielpen ze Algerijnen daar onder te duiken. Die vielen qua uiterlijk niet op, in een vanouds Joodse buurt."Men dacht dat het Joodse Spanjaarden waren". Maar het waren uiteraard moslims. Na de onafhankelijkheid van Algerije kwamen geleidelijk aan de gastarbeiders. Ook hen hielpen ze met opvang, huisvesting en wegwijs maken in hun nieuwe omgeving. Deze activiteiten groeiden uit tot het ontstaan van een oecumenische communauteit, Spe Gaudentes ( dat betekent "zij die zich verheugen in de hoop" ) , een oecumenische presentie van de Kerk als een antwoord op de behoefte van de omgeving. Begonnen in wat destijds een kraakpand was, op de Oude Zijds Achterburgwal, wilde de communauteit een open huis van gastvrijheid en hulp zijn, waar ook gemarginaliseerden, jongeren en vreemdelingen zich welkom wisten en weten. Een plek van ontmoeting, verspreid over meerdere huizen. Tijdens de restauratie van éen van de huizen ontdekten ze een wand die een deur bleek te zijn: erachter was een schuilruimte. Er hing nog een witte doktersjas. Voor de tweede wereldoorlog had hier een Joodse arts gewoond, die juist op tijd voor het geweld naar Amerika had kunnen vluchten. "Dan realiseer je je hoe onze Joodse landgenoten eigenlijk geleefd hebben in die tijd". Er zat een mezoeza aan de deur, die de Boitens bewaard hebben.

Van sextheater tot kapel
Er waren steeds contacten met de Joodse gemeenschap en ook met Joodse kunstenaars. Een van de aangekochte huizen bleek een sextheater te zijn geweest. Ze bedachten dat het een veelzeggend beeld voor de buurt zou zijn om deze ruimte om te bouwen tot een kapel. Ze vroegen de Joodse binnenhuisarchitect Bueno de Mesquita, maar die zei: "Nee, ik ben atheïst en communist, kerken daar weet ik niets van". Ze antwoordden: "Wij geloven dat je dat goed zou kunnen doen, vanwege je wortels". "Nou, dan moet jij me maar uitleggen wat een kapel is". Een jaar lang voerden ze gesprekken en zo wist hij er uiteindelijk vorm aan te geven, op een bijzondere wijze: er werd in de kapel langs de muur een bedding van keramiek gemaakt, met continu stromend water, als symbool van de Jordaan, de dooprivier. Boiten verklaart: "We wilden de wortels laten zien. Want wij kunnen niet over de kerk spreken zonder Israël. Een keer na een gesprek legde de architect bij de deur plotseling zijn hand op mijn hoofd en hij zei:"God zegene je, jongen".

Integratieschool
In die tijd kwamen er veel Marokkaanse gastarbeiders naar Nederland. In het begin voor een paar jaar, maar later kwamen ook hun vrouwen en kinderen. Vanuit de communauteit ontstond het initiatief voor een vreemdelingensociëteit ( 'Dar es Salam, Huis van de Vrede' geheten), en later kwam er ook een Marokkaans huis voor gezinshereniging. Voor de kinderen was er een school nodig en omdat Frans de tweede taal was voor deze kinderen, bleek de Franse school bereid tot medewerking aan de oprichting. Zo begon de school met een Frans-Joodse lerares en een Marokkaanse leraar. Toen de school geen aanspraak kon maken op overheidssubsidie, werd er geld beschikbaar gesteld door Joodse ondernemers, zoals de Van Leer Foundation. "Na een prijsvraag onder de ouders werd de naam bedacht: de Bouschrã-school. Bouschrã betekent: Goed Nieuws ( ook: evangelie! ) De school was inherent aan het concept van Oude Zijds Honderd: internationaal, interreligieus, een plek van ontmoeting. Niet zozeer leerlingen van verschillende religies en ook niet in de zin van christelijk godsdienstonderwijs - want het zou niet verantwoord zijn om die kinderen te gaan bekeren tot het protestantisme-, wel in de samenstelling van de leerkrachten: met Joodse, christelijke en moslimachtergrond. Er waren moeder-avonden en vader-avonden en zo vond er op het niveau van de volwassenen ontmoeting plaats. Uitgangspunt was de identiteit van het kind. Onze filosofie was: als het kind niet ontworteld wil raken in deze grote stad, zal het een veilig plekje moeten hebben, aansluitend bij wat het thuis gewend is. Het kind moet dus opgevangen worden in het klimaat waaruit het afkomstig is, maar zal zich ook moeten verdiepen in het klimaat waarin het terecht is gekomen. Het onderwijs moet daaraan worden aangepast, zodat het kind als het aankomt op school in zijn eigen taal wordt aangesproken, maar aan het eind van de schoolperiode in het Nederlands afscheid kan nemen en aansluiting kan vinden bij het vervolgonderwijs in beide landen."

Israël
De school groeide uit tot een school met meer dan driehonderd leerlingen en scoorde bovengemiddeld op de cito-toets, de kinderen kwamen over het algemeen goed terecht. Maar de buitenwereld reageerde niet altijd even begripvol. "Van christelijke kant kregen wij vaak te horen "Jullie steunen moslims in plaats van dat je Israël steunt!" Dan zeiden we:"Ja lieve mensen, daardóór steunen wij Israël juist! Denk aan biljarten: als je de bal dáar wilt hebben, moet je hem eerst via de band van het biljart spelen". "Wij werkten ook direct samen met de Joodse basisschool het Cheider . Directeur Sanders adviseerde, hun remedial teacher hielp ook op onze school en anderzijds was onze eigen dochter daar lerares. De leerlingen van beide scholen gingen bij elkaar op bezoek. Samen met stichtingsvoorzitter Cohen gingen we naar onderwijsrecepties: "Hier komen de Joodse school en de Arabische school u gelukwensen", arm in arm stonden we daar. Deze omgang heeft mij bewogen: reële samenwerking op basis van eigen identiteit".

Boekje
Het echtpaar Boiten verwijt de Nederlandse overheid nog steeds de gang van zaken, aangezien men wel fundamentalistisch islamitische scholen wilde steunen, maar de Bouschrã-school door gebrek aan steun liet wegkwijnen. Een lange tijd van procederen heeft niet kunnen voorkomen dat de school na bijna dertig jaar gesloten moest worden. "Spijtig, want de Bouschrã-school was juist zo open, gericht op ontmoeting en kennismaking met andere culturen en religies op basis van ieders eigen identiteit." Ds. Boiten schreef onlangs een boekje over de school. De bedoeling daarvan was ook een boodschap aan de politiek:"Denk na, maak van het onderwijs geen politiek, maar ga uit van de vraag van het kind en van de eigen identiteit. Wortels,wortels,wortels...zonder wortels groeit er niets".