Meer over...
Prijs: | € 18.50 inclusief btw |
Verzendkosten: | € 5.35 binnen Nederland |
Levertijd: | 3 werkdag(en) |
Willen wij als ouders te veel?
door Sas Boot-Ton [Educatie]De deskundigheid die nodig is om kinderen met ontwikkelingsstoornissen adequaat onderwijs te geven wordt ernstig onderschat. Dat is de ervaring van de schrijfster van dit boek. Sas Boot-Ton heeft drie kinderen met een ontwikkelingsstoornis. In dit boek verhaalt zij over haar onvermoeibare strijd voor goed onderwijs voor haar kinderen. En laat zij ook haar kinderen zelf aan het woord.
Ik ben zo'n ouder waarvan de leerkracht van groep 3 van de basisschool zegt: 'Zij wil niet accepteren dat er iets aan haar zoontje mankeert. Ze denkt dat hij zo intelligent is, maar er klopt helemaal niets van dat kind.' Inderdaad, ik ben zo'n moeder. En nu jaren later ben ik blij dat ik zo geweest ben. Dat ik mij heb verzet in het belang van dit kind en in het belang van mijn andere kinderen. Mijn oudste twee kinderen volgen nu tegen alle verwachtingen van het onderwijs in een hbo-opleiding.
Nu vraag ik mij al jaren sterk af: Willen wij als ouders te veel? Was het te veel gevraagd van de school om mijn kinderen in de klas te houden? Was het te veel gevraagd van de leerkrachten om rekening te houden met hun beperkingen?
Het kostbare systeem van rugzakjes heeft in het algemeen niet het gewenste resultaat opgeleverd, maar aangezien de stem van het onderwijs vele male luider is dan die van de ouders wordt het verhaal van die laatste nauwelijks gehoord. Integendeel. Ouders zouden onmogelijke eisen stellen aan het onderwijs en moeten eerst maar eens leren opvoeden. Ik vraag mij af of de samenleving met die opvatting geholpen is. Graag wil ik met dit boek enig tegenwicht in de schaal leggen.
Deze titel is ook leverbaar als e-book voor de iPad, klik hier voor meer informatie.
ISBN: | 9789051797831 |
Formaat: | 140x210 millimeter (b x h) |
Omvang: | 150 pagina's |
Verschenen: | 27 juni 2012 |
Bestellen...
Wat vonden anderen ervan?
Claire Hülsenbeck (onderwijzer en pedagoog/didacticus), januari 2013
Sommige boeken zijn noodzakelijk, onmisbaar en confronterend. Het boek van Sas Boot-Ton is zo'n boek, inspirerend voor ouders van bijzondere kinderen. Kinderen met een etiket. Het verhaal van Quinten, Wessel, Cato kan voor hen een steuntje in de rug zijn, zodat zij niet opgeven. Zodat zij weten dat hun verlangen naar een passende school voor hun kind niet onzinnig is. Het is niet teveel gevraagd. Maar waarom lukt het dan niet? Het verslag van een strijd voor passend onderwijs zou daarnaast vooral gelezen moeten worden door iedereen die werkt in dit veld. Scholen, jeugdzorg, beleidsmakers wordt een spiegel voorgehouden. Allen leveren zij in het verhaal van Sas Boot elke dag opnieuw een aandeel, en elke keer opnieuw schieten zij hier of daar tekort. Hoe komt dat? Hoe kan het gebeuren dat kinderen zo vermalen worden? Onwil? Sas Boot vertelt over liefdevolle zorgvuldige leerkrachten, over goedwillende begeleiders. Maar toch gaat het te vaak mis. Onmacht? Sas Boot geeft in een helder verslag de wanhopig stemmende worsteling weer die steeds voor elk kind opnieuw gevoerd moet worden omdat ieder kind nu eenmaal anders is. Quinten heeft het syndroom van Gilles de la Tourette, ADHD en een expressieve taal- spraakstoornis. Weesel heeft ADHD en PDD-nos. Cato is autistisch een heeft een ernstige expressieve taal-spraakstoornis en vermoedelijk ADHD. Steven, het vierde kind, heeft geen stoornis. Hun moeder vertelt over toetsen en testen. Vaak werden haar kinderen intelligent bevonden, maar hun prestaties schoten blijkens het leerlingvolgsysteem tekort. De voortdurende roep van de scholen om meer geld, bleek nooit een oplossing. De rugzakjes hadden nauwelijks effect. Dan maar het kind van school sturen? Ja. Het verlossende woord is 'handelingsverlegen'. Dan mag een school zoiets doen. Cato begint haar onderwijsloopbaan op een medisch kinderdagverblijf. De leidsters zijn lieve meiden, de leiding is altijd bereid om te praten. Maar een autistisch kind dat niet praat, niemand weet hoe dat aan te pakken. Op haar zesde gaat Cato naar de school van het pedalogisch instituut, waar ze, met de beste bedoelingen, moet leren lezen. Een kind voor wie taal geen instrument is, wat een hopeloze taak. Er komen onderwijsconsulenten aan te pas. Soms duikt ineens ergens een talentvolle betrokken mentor op. Cato leert uiteindelijk lezen. Ze is nu vijftien, kan prachtig tekenen, ze tennist en leest gretig. Op haar huidige school ziet men echter geen kans haar te handhaven. Quinten krijgt op de basisschool het gevoel dat hij nooit iets goed kan doen. Hij verliest de moed tot duidelijk wordt dat hij een 'beelddenker' is. Waardoor hij tijd nodig heeft om de taal door te laten dringen. Dat leidt tot het vmbo, tot onbegrip bij de school en tot falen. Uiteindelijk, dank zij een moeder die nooit opgeeft, is er een neuroloog die hem begrijpt, hem medicatie geeft en vooral zelfvertrouwen. Quinten gaat uiteindelijk naar het HBO waar hij het goed doet. Wessel praat al als tweejarige in volzinnen en op school kent hij meteen alle kinderen uit alle klassen. Maar hij heeft geen idee van tijd, van taken, van organiseren. Hij gaat van de montessorischool naar een school met meer structuur. Dat helpt weinig. Er komen onderwijsconsulenten aan te pas, Wessel krijgt een rugzakje en moet naar het leerwegondersteunend onderwijs. Uiteindelijk krijgt ook hij medicatie en als er een goede consulent opduikt, wordt deze door de ouders dan maar privé ingehuurd om Wessel te helpen met de organisatie van zijn schoolwerk. Nu kan Wessel naar het mbo en vervolgens naar het HBO. Een boek dat je ademloos leest, overtuigend en goed geschreven. Een moeder uit duizenden en vier prachtige kinderen. Maar waarom moet het zoveel ouders zoveel energie kosten, dat passende onderwijs?